Evert Hartman
"Oorlog zonder vrienden"
Als leerlingen van het middelbaar onderwijs een boek over de oorlog moeten lezen, laat ze dan een verzetsroman en deze roman lezen. Daarmee krijg je een compleet beeld van de oorlog.
Uit: 2011
Leeftijd: 13-15 jaar
ISBN13: 9789041750341
Gemiddelde verkoopprijs: € 12,50
Thema's: Oorlog, eenzaamheid, pesten, NSB.
Zelfgemaakte trailer voor een boekbespreking (misschien een leuk idee!)
Recensie
Een zeer boeiend boek!! Ten eerste leest het als een trein, maar vooral door het perspectief vanuit een NSB-personage. Het is een boek dat strijdt met tegenstrijdige gevoelens van de lezer. Uit moreel perspectief bekeken verafschuw ik al gauw alles en iedereen van de NSB, maar tegelijkertijd heb je te maken met een jongen van 14 die vooral door zijn vader haatdragend wordt gemaakt. En hoewel hij zich zeker schuldig maakt aan verraad, is het onmogelijk om geen medelijden en zelfs sympathie met deze jongen te krijgen. Een jongen die zelf continu worstelt met zijn NSB zijn. Eén die baalt van al het gepest en wantrouwen.
Het boek is als een dagboek opgebouwd en daarmee geheel chronologisch. Daarom is goed te volgen wat er allemaal gebeurt. Bij elke bladzijde verwacht je een nieuwe ontwikkeling en die krijg je ook. De spanning is al vanaf het begin van het boek aanwezig en duurt tot de laatste bladzijde. Halewijn Morenc
Samenvatting
Arnold Westervoort is een zoon van een NSB’er die zelf soortgelijke gedachtes heeft. Zijn vader werkt op het gemeentehuis. Zijn moeder is huismoeder en zijn zus Rita is 17 jaar en gaat om met Duitse militairen.
Op zijn school wordt hij continu gepest door de andere jongens en komt daarbij nauwelijks voor zichzelf op. Hij vindt het vreselijk op school en is vaak bang voor de volgende pesterij.
Op een dag vindt hij, na het achtervolgen van een klasgenoot, gestolen spullen op een woonboot en hij perst de jongen uit zijn klas af. Hij is zelf dus echt een verrader, wat je bij een NSB-jongen ook zou verwachten. Als hij dit een tweede keer probeert wordt hij gevangen genomen door die jongen en zijn maat. Ze binden hem vast, maar hij weet te ontsnappen. Zijn vader zegt hem telkens dat hij moet zeggen wat hij meemaakt en of er vervelende jongens zijn, of jongens/meisjes die iets doen waar de NSB niet blij mee is. Arnold doet dit in eerste instantie ook.
Zijn instelling verandert echter langzaamaan. Hij gaat niet meer naar bijeenkomsten van de Jeugdstorm, geeft niet elke leerling met anti-Duits gedrag bij zijn vader aan. Dit alles tot woede van zijn vader, die hem fors onder druk zet om toch vooral alles aan te geven.
De pesterijen stoppen tijdelijk als aan het begin van het nieuwe schooljaar een tweede NSB-jongen in de klas komt. Dit is een stevige jongen met een grote mond. Zijn eerste reactie is het in elkaar slaan van iemand die Arnold lastigviel. Deze jongen blijkt echter een rasechte NSB’er te zijn.
Op een gegeven moment is Arnold aan het schaatsen en rijdt daarbij in een wak waar hij alleen met de hulp van een jongen uitkomt. Deze jongen is hij zeer dankbaar, maar neemt niet de gelegenheid om hem te bedanken. Daar krijgt hij spijt van als deze jongen tijdens een razzia op school wordt meegenomen door de Duitsers. En als hij er achter komt dat zijn eigen vader daarachter zit, begint er iets in hem te knagen.
Arnold wordt dagelijks geconfronteerd met het beleid van de Duitsers. Zo ziet hij op een dag hoe joden op het station verzameld worden en in een trein worden geduwd. Ook vindt hij een manifest van Vrij Nederland. Zijn vader ontdekt dit blaadje en is woedend. Ook worden er na een staking harde maatregelen door de politie genomen. Arnold ziet voor het eerst een dode en is later, tijdens zijn bijbaantje bij zijn vader op kantoor, getuige van een overval op het distributiekantoor van zijn vader, waarbij hij zelf tijdelijk gegijzeld wordt. Bij die overal worden 1500 bonkaarten gestolen.
Arnold is verliefd geworden op het meisje Marloes. Zij gunt hem echter geen blik en negeert hem waar mogelijk. Tot hij haar treft terwijl ze als koerier de gestolen bonnen in een tas naar mensen ondergronds wil brengen. Hij raakt nog verder in vertwijfeling en besluit het te laten en verraadt Marloes niet. Toch kan hij niet voorkomen dat haar familie gevonden wordt en in de gevangenis belandt. Arnold heeft geprobeerd Marloes hiervoor te waarschuwen, maar vond Marloes niet. Het gevolg is dat zij Arnold op het schoolplein en klap in zijn gezicht geeft en hem hard uitscheldt. Arnold is hier vreselijk van geschrokken, vooral omdat hij haar juist niet verraden heeft.
Enkele weken later wordt Arnold door zijn grootste vijanden voor dood achtergelaten. Zij hebben dit gedaan om zijn verraad van de familie van Marloes. Arnold overleeft echter de aanslag op zijn leven.
Door deze laatste ontwikkelingen is zijn laatste restje NSB-gevoel weggevlogen en hij besluit in het ziekenhuis tot het doen van een verzetsdaad. Hij wil zijn buurman in het ziekenhuis, Jeroen, meehelpen te vluchten. Jeroen is door de Duitsers opgepakt en ligt in het ziekenhuis te herstellen van een schotwond. Hij wordt echter ook continu bewaakt door een Duitser. Arnold besluit het pistool van zijn vader te stelen en dit ongemerkt het ziekenhuis binnen te loodsen en bij Jeroen achter te laten. Hij wil echter dat Jeroen na zijn ontsnapping naar Marloes gaat en haar uitlegt dat hij het goed voor heeft met de niet-NSB’ers. Jeroen ontsnapt dankzij het pistool, maar Arnold komt niet te weten of hij Marloes heeft kunnen vertellen van Arnold. Uit ongeduldigheid gaat Arnold naar haar huis om te ontdekken dat Marloes en haar ouders vertrokken zijn.
De geallieerden rukken op en het gezin van Arnold vertrekt uit angst naar het station om daar met de trein richting Oosten te gaan. Op de drempel van dit vertrek gaat Arnold er met een smoes vandoor. Zijn ouders vertrekken zonder hem naar het Oosten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb